‘Maar hoe kunnen ze Hem aanroepen
als ze niet in Hem geloven?
En hoe kunnen ze in Hem geloven
als ze niet over Hem hebben gehoord?
En hoe kunnen ze over Hem horen
zonder dat iemand Hem verkondigt’
(Romeinen 10:14, NBV21)
Een volle zaal
Op 23 januari kwamen afgevaardigden van meer dan 120 van onze 203 gemeentes in Joure bij elkaar. Wat kunnen we voor elkaar betekenen nu we in getal steeds kleiner worden? Op die vraag zochten we een antwoord. Ieder heeft daarover iets op papier gezet. Het kost even tijd om dat op ons in te laten werken, dus daarover leest u volgend keer. Deze keer krijgt u een aardige puzzel met drie kerkenraden die zich afvragen hoe het verder moet.
Drie krimpende gemeentes
Het probleem van dit drietal is gemakkelijk gesteld: de gemeente wordt kleiner, de kerkgangers grijzer, ambtsdragers en vrijwilligers steeds moeilijker te vinden. Dat is duidelijk. De oplossing lijkt dan ook een ABC’tje: als het alleen niet meer lukt, dan doe je het samen. Zo staat dat ook in de tekst van Prediker hierboven. Maar zo eenvoudig is het niet. Want al worden ze alle drie kleiner, ze doen dat wel elk op hun eigen manier. Laat ik ze voor het gemak X, Y en Z noemen.
Gemeente X
Het loopt allemaal nog best wel aardig, daar in X. In de kerkenraad zijn wel wat vacatures, maar dat is vooral omdat ze de lat niet te laag wilden leggen voor zichzelf: voor elke wijk een ouderling en een diaken, twee jeugdouderlingen en een college van kerkrentmeesters waarin alle kennis en kunde aanwezig is, van administratie tot bouw. Daar valt nu wel eens een gaatje, en ook de deelname aan jeugdclubs en jongerenkoor loopt terug. Maar daarover hoor je ze niet klagen: ze hebben tenminste nog clubs en koor! Als buurgemeente Y aanklopt om samenwerking, gaan ze daar natuurlijk graag op in: elkaar ondersteunen is een goede christelijke gedachte en misschien levert het voor club en koor nog wat extra deelnemers op.
Gemeente Y
In Y herkennen ze het beeld van X wel: zo zag het er een jaar of tien geleden bij hen ook nog uit. Sinds die tijd is het eigenlijk best wel hard gegaan. Toen één van de jeugdleiders ermee ophield, was het al snel met het hele clubwerk gedaan. Blijkbaar was die ene toch de trekker van het geheel. En toen in één jaar een drietal vacatures in de kerkenraad niet vervuld konden worden, durfde daarna niemand het nog aan: wie weet wat er met al die vacatures voor extra werk op je bord komt te liggen. En zo ging de fut er wat uit. Ze gaan dus op zoek naar een goede samenwerkingspartner om de handen inéén te slaan. Zou buurgemeente X daar misschien voor open staan?
Gemeente Z
Op de kerkenraad van Z zijn ze al eerder op dit idee gekomen. Het kost hier al jaren veel moeite om alle plekjes in kerkenraad en vrijwilligerswerk bezet te houden. Gelukkig zijn er altijd wel mensen die na enig aandringen de verantwoordelijkheid wel voelen: schoorvoetend maar vol liefde voor de gemeente hebben ze hun taak in de kerk opgepakt. Maar het valt ze niet mee, je weet van tevoren niet half wat er allemaal van je gevraagd wordt, van huisbezoek en consistoriegebed tot VOG en FRIS. Er wordt nogal eens gezucht aan de vergadertafel: waarom moet het zo moeilijk allemaal? Ze hebben nu wat contact gezocht met buurgemeente X, dat zijn wel weer extra vergaderingen, maar het geeft ook herkenning en nieuwe energie. Nu wil de kerkenraad van Y ook meedoen: dat is nog een avond vergaderen erbij…
Voor Z kan het al niet meer
Eerlijk gezegd heb ik er alle begrip voor wanneer de kerkenraad van Z de deur dicht doet voor die van Y. Ze zijn echt al aan het eind van hun Latijn! Verantwoordelijk als ze zijn hebben ze de taak van hun voorgangers overgenomen. Vaak bladeren ze nog even terug: hoe deden ze dat maar weer? En de angst slaat hen om het hart als er weer iets nieuws bij komt. Ze verlangen naar rust: dat is toch wat je mag zoeken in de kerk? Ze geloven in de Heer en hebben hart voor hun naaste, maar met organisatie en bestuur hebben ze helemaal niets.
Voor X hoeft het nog niet
De kerkenraad van X kun je het niet kwalijk nemen dat ze geen haast maken. Het loopt allemaal aardig in de gemeente en dat willen ze graag zo houden. Natuurlijk is het aardig om een keer met Z om de tafel te gaan. En ook met de mensen van Y kunnen ze goed overweg. Maar het moet niet ten koste gaan van de gemeente in X. Het gaat steeds wat minder soepel, dus ze moeten echt alle zeilen bijzetten om de boel draaiend te houden. En ze willen ook nog wel weer een musical doen met elkaar. Als Y en Z daar nu ook aan mee willen doen, dan lukt dat misschien wel. De samenwerking is voor hen vooral een kans om genoeg mensen bij elkaar te krijgen voor hun eigen programma en wie neemt hen dat kwalijk?
Voor Y moet het wel…
De kerkenraad van Y zit hier wel iets anders in. Ze willen graag dat er in hun dorp een levende gemeente blijft, met regelmatig een kerkdienst, een vorm van pastoraat en als het even kan ook iets voor de jeugd. Als ze voor alles naar X moeten, dan gaat de onderlinge band, die ze in jaren hebben opgebouwd, snel verloren. En dan is er nog het mooie contact met school. Als ze met X nu eens alleen wat bestuurlijk konden samenwerken, dan blijft het verder mooi zoals het was.
Wie schrijft er een ABC voor X, Y en Z?
Moet Y maar Afzien van de plannen en… nu ja, dan weet ik het verder ook niet? Moet X de last van Y en Z maar op z’n schouders nemen, met desnoods een Burn-out tot gevolg? Moet Z maar doorgaan tot de laatste het licht uitdoet, waarna de Classis de boel op kan ruimen? We hebben dan wel een ABC van Afzien, Burn-out en Classis, maar daar redden we het niet mee.
Zelf meedenken?
Zoals gezegd: in het volgend nummer leest u een impressie van de reacties op de vragen van 23 januari. Welke rol moet een gemeente als X spelen voor een gemeente als Z? Zijn ze verantwoordelijk voor elkaar? En moeten ze een gemeente als Y daarbij ontzien? En wat zou daarbij de rol van de classis kunnen zijn? Als u de scriba een mailtje stuurt kunt u nog een exemplaar van de lijst krijgen om zelf te reageren of om het eens te bespreken in uw kerkenraad.
Visitatie
Iets heel anders: op 1 maart draagt ds. Idske van der Pol het voorzitterschap van het College van Visitatoren over aan ds. Alco Meesters. Hij is daartoe door de classis beroepen als predikant in algemene dienst en zal t.z.t. aan de classis worden verbonden. Ds. Van der Pol neemt afscheid van ons in de vesper voor de classis op 22 mei. Die viering begint om 19.15 uur in de Martini van Franeker en ieder is daarbij van harte welkom.
Hoe kom je armoede op het spoor?
Kerk in Actie organiseert samen met de classis op vier verschillende locaties een themabijeenkomst over ‘armoede’: 10 maart (19.30) in Heerenveen (Trinitas), 17 maart (13.30) in Stiens (De Hege Stins), 24 maart (19.30) in Sneek (Martinikerk) en 31 maart (13.30) in Surhuisterveen (Lantearne). De bijeenkomst is bedoeld voor diakenen en andere geïnteresseerden. Meer informatie en aanmelding bij: j.boonstra@protestantsekerk.nl.
Jeugd en Kerk
Op 8 mei organiseert de classicale werkgroep Jeugd & Kerk in Heerenveen een workshopavond voor jeugdleiding. Aan thema en invulling wordt gewerkt, maar de datum kun je alvast in je agenda zetten.
Met hartelijke groet,
ds. Riemer Praamsma
uw classispredikant
Scriba: Hanneke Dijkstra | 0512-363548 | classisfryslan@gmail.com
Classispredikant: ds. Riemer Praamsma | 06-58013225 | r.praamsma@protestantsekerk.nl