‘Maar hoe kunnen ze Hem aanroepen
als ze niet in Hem geloven?
En hoe kunnen ze in Hem geloven
als ze niet over Hem hebben gehoord?
En hoe kunnen ze over Hem horen
zonder dat iemand Hem verkondigt’
(Romeinen 10:14, NBV21)
Zucht
Preekvoorzieners zullen niet dadelijk deze tekst reciteren wanneer de zoveelste predikant ‘vol’ heeft gezegd, maar op een rustig moment zullen ze Paulus’ woord wel beamen. De Protestantse traditie hecht er veel waarde aan dat het Woord voor de gemeente door een prediker in eigen menselijke woorden wordt ontvouwd. Maar hoe moet dat als de kerk met haar voorgangers kleiner wordt en het aantal kansels daar geen gelijke tred mee houdt?
Op naar de classis!
Zo’n vijftig preekvoorzieners trokken op 19 november met deze vraag naar de classicale vergadering in Burgum. Het voelde goed dat zij met hun eenzame taak nu eens in de meerderheid waren. En vanzelf kwamen naast de problemen ook een aantal mooie oplossingen ter tafel.
Eerst een bakje koffie
De eerste tip is een juweel van eenvoud: begin de dienst om 11.00 uur. Er is in de omgeving altijd wel een predikant die z’n preek graag nog eens houdt. Als gemeente kun je dan eerst met elkaar een kop koffie drinken. Gemeentes die er ervaring mee hebben, willen niet anders meer: de dienst begint vanuit de onderlinge ontmoeting en dat zet de toon voor wat volgt. Je moet dan wel weten wie er in de omgeving op het rooster staat, maar wellicht kunnen preekvoorzieners dat onderling uitwisselen. En een dienst op zondagmiddag of -avond kan ook.
Onvermoede talenten
De tweede tip laat je zoeken naar het goud dat je ongemerkt al in huis had: vraag de liturgiegroep om samen een korte viering op te zetten. In plaats van de preek kies je dan een mooi gedicht uit. De predikant zou daar door de weeks bij kunnen helpen. Toerusting door de classis werd ook genoemd. En misschien kun je een predikant elders vragen of je zijn preek bij jullie mag voorlezen.
Doe het samen
Sommige preekvoorzieners werken als duo, met als voordeel dat je kunt overleggen en elkaar kunt vervangen. Dat kan binnen je eigen gemeente, maar je kunt het ook samen met een collega in een buurgemeente doen. Dat schiet lekker op!
Persoonlijk contact
Handige preekvoorzieners weten het al: met een persoonlijke benadering is het voor predikanten veel moeilijker om ‘nee’ te zeggen. Dat hoeft niet eens altijd per telefoon te zijn: ook een mail kan persoonlijk worden geschreven. En in een enkele ring komen predikanten en preekvoorzieners jaarlijks een keer bij elkaar om het grootste deel van de gaatjes in te vullen. Ook gezamenlijke diensten kunnen dan worden gepland. Over contact gesproken: preekvoorzieners stellen het op prijs wanneer predikanten vlot (en beleefd!) reageren op hun mails.
Goede buren
Het is een mooi verhaal: een preekvoorziener moest onverwacht vervanging zoeken, maar het lukte niet… De buurgemeente zei toen: ‘Kom maar bij ons!’ De hele gemeente ging dus op reis, automobilisten stapten bij elkaar in en fietsers en wandelaars maakten er een mooi tochtje van. ‘Dat mag nog wel eens!’, klonk het na afloop. De preekvoorziener deed vervolgens iets minder z’n best en na een aantal keer werd het over en weer kerken al in het preekrooster opgenomen. Zo kan het predikantentekort nog tot iets moois leiden.
Regiozondag
Als je toch met meerdere gemeentes samen één dienst hebt, dan kun je er ook nog wel iets aan vast knopen: een gezamenlijke maaltijd, een project van Groene Kerk of een toerustingsmoment. Met meer mensen bij elkaar loont het de moeite om zoiets te organiseren.
Het jaarboekje!
Vroeger was echt niet alles beter, maar één ding wel: het jaarboekje! Je kon er alles in vinden waar je nu alle websites van de verschillende kerken voor langs moet. Je had namen en adressen van preekvoorzieners, scribae, kerkgebouwen en predikanten. Van die laatste had je ook de geboortedatum en hun hele loopbaan erbij. Preekvoorzieners zagen uit naar de nieuwe editie, want dan was je weer helemaal bij en soms ook een nieuwe emeritus rijker die ongemerkt in een buurdorp was neergestreken. Maar nu: er is een AVG en volgens die wet zou iedereen schriftelijk toestemming moeten geven voor vermelding in zo’n boek, en dat krijgt de landelijke kerk niet meer voor elkaar. Zouden we dat dan als classis kunnen doen? Het is veel werk, maar als we hier een vrijwilliger voor kunnen vinden, dan zouden veel preekvoorzieners hier enorm mee geholpen zijn.
Preekbeurtenzoeker
Een alternatief voor het jaarboekje is de Preekbeurtenzoeker op de website van de landelijke kerk. U kunt hem eenvoudig vinden: https://protestantsekerk.nl/preekbeurtenzoeker/ Hier kunnen predikanten invullen wanneer ze beschikbaar zijn, en bijvoorbeeld ook hoe ver ze voor een preekbeurt willen reizen. Preekvoorzieners kunnen zo in één opslag zien wie er op een bepaalde zondag nog vrij zijn, of wie er mogelijk ’s middags of ’s avonds nog kan. De optie 11 uur staat er helaas nog niet in. Via de website kun je eenvoudig reageren en zo mogelijk een afspraak maken. Enig probleem: er zitten momenteel maar weinig Friese predikanten op. Daarom een uitdrukkelijk verzoek aan alle predikanten (en vooral ook aan emeriti en preekconsenthouders): vul die preekbeurtenzoeker vandaag nog in! Naast de Preekbeurtenzoeker is er ook de Beschikbaarheidskalender van de Confessionele Beweging: www.beschikbaarheidskalender.nl.
Predikanten!
Meer predikanten en meer mensen met een preekconsent: die toveren we niet uit de hoge hoed. Maar we kunnen elkaar wel aanmoedigen: is een studie theologie niet iets voor jou? En voor wie al preekbevoegdheid heeft: kun je nog wat vaker misschien?
Weekendje weg?
Natuurlijk gunnen we elke dominee een weekendje vrij. Ik wil m’n zondagen ook niet allemaal tevoren al hebben ingevuld. Maar dat betekent niet dat je niet wilt helpen wanneer een gemeente onverwacht vervanging zoekt. Ook daarvoor is de preekbeurtenzoeker ideaal: houd je zondag vrij, en zet ‘m (als je geen andere plannen hebt) twee weken tevoren op Preekbeurtenzoeker open voor noodgevallen. Vrijheid en dienstbaarheid vallen op die manier samen.
Gezamenlijke start
Menig preekvoorziener is er al tegenaan gelopen: je belt de wereld rond, maar een ander was je al weken vóór. Daarom begin je volgend jaar maar wat eerder, en het jaar daarop nog eerder… Inmiddels bellen sommigen in december al voor het rooster dat pas een jaar later begint. Dat is voor niemand gezond. Sommige predikanten geven aan dat ze hun rooster pas in april of mei hebben, maar preekvoorzieners weten dat natuurlijk niet. Daarom lijkt het de meesten een goed idee om allemaal op hetzelfde moment te beginnen. Maar welke datum? Elke datum die je noemt heeft z’n voor- en nadelen. Om toch één datum te kiezen, zegt de meerderheid: 1 mei. En om het voor vacante gemeentes wat gemakkelijker te maken is dan de eerste week van mei alleen voor hen. Half-vacante gemeentes beginnen halverwege die week. En daarna mag iedereen bellen. Het spreekt voor zich dat dit alleen werkt als iedereen zich eraan houdt: niet alleen preekvoorzieners, maar ook kerkelijk werkers met preekconsent, predikanten en emeriti!
Tot slot
Het is ons goed bevallen om gericht één doelgroep uit te nodigen om op de classicale vergadering mee te praten. Dit gaan we zeker vaker doen!
Met hartelijke groet,
ds. Riemer Praamsma
uw classispredikant
Scriba: Hanneke Dijkstra | 0512-363548 | classisfryslan@gmail.com
Classispredikant: ds. Riemer Praamsma | 06-58013225 | r.praamsma@protestantsekerk.nl