‘Jullie zijn het zout van de aarde.
Maar als het zout zijn smaak verliest,
hoe kan het dan weer zout worden gemaakt?’
(Matteüs 5:13, NBV21)
Wij tellen niet. Dat telt.
Niet zo lang geleden was ik op bezoek bij een eenvoudige kleine gemeente, zoals die er in onze classis zo veel te vinden zijn. Ze zaten in een dip. Het was een mooie gemeente, maar de mensen zagen dat niet meer. En zij zelf ook niet. We gingen daarom op zoek naar een geschikt motto om zo nu en dan met elkaar uit te spreken om de moed erin te houden, een paar woorden om weer te weten waartoe wij op aarde zijn. Bijna als vanzelf kwam bij mij boven: ‘Wij tellen niet. Dat telt.’ De gemeente zal zelf ongetwijfeld nog wel een beter motto weten te vinden, maar ik ging met deze naar huis. En hij laat me niet meer los.
De oorsprong ligt waarschijnlijk in de leus waarmee één van onze politieke partijen jaren geleden de verkiezing inging. ‘Iedereen telt!’, zag je overal op bushokjes staan, met een grote foto van de lijsttrekker erbij. De boodschap was wat dubbel: de slogan was ongetwijfeld sociaal bedoeld (‘Iedereen telt mee’) maar in die tijd van afgeschudde ideologische veren en herleefd marktdenken klonk het mij vooral onheilspellend in de oren: ‘Laat iedereen z’n knopen tellen!”
Voor de kerk werkt deze leus precies andersom. De meeste mensen zijn er inmiddels wel over uit dat de kerk niet meer meetelt in dorp en stad. De toren staat er nog wel, maar van wat er onder die toren allemaal gebeurt, hebben de meesten alleen de klok nog horen luiden. Wij tellen niet meer. Maar ligt daarin niet juist ook onze opdracht? Van onze Heer zelf is bekend dat hij voortdurend op zoek was naar mensen die niet (meer) meetelden. Veel van zijn volgelingen doen dat nog steeds. En zij doen dat niet uit de hoogte. Nee: zij kunnen dit doen omdat ze zelf weten wat dit is. Het meeste kerkenwerk mag geen naam hebben. Soms is het zelfs een beetje saai. Het is bescheiden, eenvoudig, onopvallend en daardoor juist dienstbaar. En hoeveel mensen daar dan op af komen om mee te doen? Wij tellen niet. Dat telt.
Solidair tellen
Van een collega kreeg ik een mooie vraag: een gemeente uit haar classis is op zoek naar een partnergemeente in de onze. Het is een jonge gemeente in een grote nieuwbouwwijk, vol energie en nieuwe ideeën. Ze zoeken nu een gemeente met financiële armslag, om die ideeën ook om te kunnen zetten in activiteit. In Fryslân zijn best wel gemeentes die zich zo’n avontuur kunnen veroorloven. Het project moet natuurlijk wel iets wederkerigs hebben: in ruil voor financiële steun geeft de gemeente daar graag iets van hun inspiratie aan u terug. Heeft uw gemeente interesse? Dan breng ik u graag met elkaar in contact. Ook het CCBB denkt hier graag in mee.
Optellen
Ongemerkt zijn heel veel gemeentes in onze classis er onderling al mee begonnen. De ene gemeente heeft te weinig ambtsdragers om nog een echte kerkenraad te vormen, een andere heeft te weinig jeugd om nog jeugdclubs te organiseren en een derde te weinig geld om de begroting rond te krijgen. Maar door samen een kerkenraad te vormen kun je mogelijk met minder ambtsdragers toe, door samen het jeugdwerk op te pakken kunnen de jongeren wel naar club en door samen een predikant te beroepen krijg je de begroting nog keurig rond. Het zijn allemaal geen grote stappen waar je het nieuws mee haalt, maar voor de eigen gemeente in het eigen dorp maakt het groot verschil. Soms is het voor die eigen gemeente nog niet eens nodig, maar wat is er nu mooier dan de buurgemeente hiermee overeind te houden.
Aftellen
Mocht uw gemeente nu ook aan samenwerking toe zijn, dan kom ik graag een keer praten met uw kerkenraad. Dat geldt ook als er bijvoorbeeld een predikantsvacature aankomt of als u voor een grote koerswijziging in het beleid staat. De planning van mijn bezoek heb ik inmiddels met uw kerkenraad gedeeld, maar in dit soort gevallen wijk ik daar graag vanaf. Ik wacht alleen nog op een mailtje van uw scriba.
Stemmen tellen
Zo’n bezoek van de classispredikant levert natuurlijk geen vuurwerk op, en dat geldt ook van de vergaderingen die we als classis met elkaar hebben. En toch gaan we er rustig mee door, zodat onze kerk een degelijke bestuurlijke fundering behoudt. Onze classis is samengesteld uit afgevaardigden vanuit de Ringen, en misschien is het goed om nog eens na te vragen of uw Ring daar nog aan toe gekomen is. We hebben her en der nog wat vacatures.
Tot veertig tellen
Nog zo iets dat geen naam mag hebben: vasten. De Heer zei het in de bergrede: laat anderen niet zien dat je vast, probeer er geen mooie sier mee te maken. Maar nu het vasten wat in onbruik is geraakt, mogen we elkaar misschien wel wat stimuleren. Zo hoorde ik van een gemeente waar ze straks veertig dagen zonder plastic willen leven. Ik ben in gedachten m’n dag eens doorgelopen, maar wat gebruik ik dan een plastic! En wat ben ik eraan verslaafd, als ik alleen al denk aan m’n gummi tandenstokers. Ik weet het dus nog niet, maar het houdt me wel bezig.
Doortellen
Bij kerkelijk werkers is het inmiddels een bekend verschijnsel: je bent nog niet afgestudeerd, maar het werk ziet er zo veelbelovend uit dat je alvast maar begint. En de gemeente lijkt daar alleen maar blij mee te zijn. ‘Groenpluk’ zou je dit kunnen noemen: dat woord geeft mooi aan dat het goed bedoeld is en er toch iets mis gaat. Het belangrijke werk van een kerkelijk werker gedijt immers pas echt op de vruchtbare klei van studieboeken, papers en tentamens. Wanneer krijg je daar alsnog de tijd voor?
De landelijke kerk wil graag behulpzaam zijn bij het vinden van rust, ruimte en regelmaat om de studie weer op te pakken. Speciaal daarvoor is er in Utrecht een ‘loket kerkelijk werkers’ geopend, waar ik graag de weg naar wijs. Alleen samen kunnen we werken aan een degelijke ondergrond van het kerkelijk werk. Het is tenslotte niet alleen de verantwoordelijkheid van de kerkelijk werker, die te vroeg wilde bloeien, maar vooral ook van de kerk die de vrucht daarvan te vroeg wilde plukken.
Wat echt telt
Al met al is deze nieuwsbrief niet zo spannend geworden. We hebben geen opzienbarende berichten om te delen. We gaan rustig door met waar we mee bezig zijn. Dat hoort bij ons. Zo steekt de kerk in elkaar. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de bloemen in de kerk, waar u zo trouw voor zorgt, het kerkblad dat u rondbrengt en het bezoekje dat u eens in de maand aflegt. Ach, zult u zeggen, dat is ook niet eens namens de kerk. Het kwam op mijn pad. Zo eenvoudig is het vaak. Niemand weet ervan, behalve degene om wie het gaat. Zo mag dat ook blijven: laat uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet. Dat is wie wij zijn. Dat is hoe wij smaken. Als we die smaak maar niet verliezen.
Wij tellen niet. Dat telt.
Met hartelijke groet,
ds. Riemer Praamsma
uw classispredikant
Scriba: Hanneke Dijkstra | 0512-363548 | classisfryslan@gmail.com
Classispredikant: ds. Riemer Praamsma | 06-58013225 | r.praamsma@protestantsekerk.nl