Kerststallen. Vijftien stuks heeft hij er ondertussen gemaakt. Gemeentelid Roel de Boer (76). Hij is er aan verslingerd. ‘Zeg maar rustig, dat het een passie is’. Het begon zo’n tien jaar geleden. Dochter Roelien vroeg om een kerststal te maken. Het antwoord was bevestigend. ‘Het leek nergens op. Het moest te snel’, vertelt De Boer. ‘Een volgende keer begin ik er eerder aan’, dacht ik. ‘Nu heb ik een vast werkschema. Ik start in het voorjaar tot de zomervakantie. Na de vakantie zet ik de puntjes op de i’. ‘De eerste exemplaren kunnen niet tippen aan wat ik de laatste jaren maak. Je krijgt steeds meer vaardigheid en creativiteit’.
“It materiaal leit lâns de kant fan de dyk.”
‘Alle materialen voor de kerststal krijg of vind ik’, zegt De Boer. ‘Alleen de figuurtjes in de stal koop ik. Na de kerst koop je ze bij de grote tuincentra met veel korting. Zelf maken is teveel gegniffel, dat ligt mij niet’. De voormalige timmerman heeft iets met oud hout. ‘Als ik iets zie in een afvalcontainer of langs de weg, ga ik altijd even kijken. Is het bruikbaar en heeft het een mooie structuur, dan neem ik het mee’.
‘Bij de laatste renovatie van de Doarpstsjerke was een eikenhouten balk van meer dan 300 jaar overbodig. Die zou in de afvalcontainer of opgestookt worden. Ik mocht hem meenemen en heb het hout verwerkt in de kerststallen. Nu is het bijna op’. Ook een stuk wengé hout van de oude preekstoel van De Flambou wordt gebruikt. ‘Bij de bouw van De Flambou in de jaren 1964 en ’65 was ik werkzaam bij bouwbedrijf Veenstra. Ik heb zelf nog het wengé hout mee naar binnen gesjouwd’. Dit jaar maakte De Boer twee kerststallen. De dakpannen zijn van wengé hout, evenals het hekwerk. ‘Dit keiharde hout kun je tot op de millimeter zagen’. Bij elk stukje materiaal zit wel een verhaal. ‘Overal waar ik ben, kijk ik of er iets bruikbaars is’. ‘Voor onze vier dochters en acht kleinkinderen heb ik een kerststal gemaakt. Zo lang ik het leuk vind, blijf ik ze maken’. De kerststal heeft De Boer nog steeds ‘yn ‘e besnijing’.
Foto’s Harm Feitsma